bedragen x € 1 miljoen
begroot | werkelijk | resultaat | |
---|---|---|---|
lasten | 323,2 | 337,3 | -14,1 |
baten | 231,2 | 233,1 | 1,9 |
totaal voor reservemutaties | 92,0 | 104,2 | -12,3 |
stortingen | 6,8 | 0,8 | 6,0 |
onttrekkingen | 1,5 | 10,3 | 8,8 |
totaal | 97,3 | 94,7 | 2,5 |
We hebben een voordeel van € 1,9 miljoen op de bijstand
Voor € 1,2 miljoen zijn dit kosten voor de bijstand van inwoners (particulieren). Dit komt doordat het gemiddeld uitkeringsbedrag per cliënt € 230 lager is dan begroot en er gemiddeld 26 klanten minder in de bijstand hebben gezeten in 2024 dan begroot. Ook maken zelfstandigen voor € 0,5 miljoen minder gebruik van de uitkering voor levensonderhoud (BBZ). Verder hebben we € 0,2 miljoen ontvangen van het Rijk voor de kwijtschelding van bijstandsuitkeringen van inwoners die gedupeerden zijn in de KOT-affaire
We geven € 1,2 miljoen meer uit aan de Wmo
De kosten van de Wmo ondersteuning en PGB's zijn € 1 miljoen hoger dan verwacht. In 2023 zijn er nieuwe contracten ingegaan. We hebben toen per saldo een voordeel ingeboekt op de nieuwe contracten Wmo van € 0,9 miljoen voor 2024. Dit kwam met name doordat we al onze cliënten hebben geherindiceerd. Hierdoor stroomden er cliënten uit en werden er ook minder hoge zorgbeschikkingen afgegeven. Ook hebben we gedurende 2024 een voordeel van € 0,75 miljoen ingeboekt door minder gebruik van PGB’s. In totaal dus een voordeel van € 1,65 miljoen. In de loop van 2024 heeft een deel van de voormalige cliënten alsnog Wmo aangevraagd. Ook maken de cliënten meer gebruik van zorg en zijn er afspraken gemaakt met de aanbieders. Dit kost dus in totaal € 1 miljoen meer dan begroot.
Ook zijn de kosten voor de Wmo hulpmiddelen en speciale begeleiding gehandicapten € 0,2 miljoen hoger.
We geven € 0,7 miljoen meer uit aan kinderopvang sociaal medische indicaties
De kosten zijn ongeveer twee- en een half keer zo hoog als begroot. De bekendheid van de regeling is groter geworden. Dit lijkt zowel te komen door actievere communicatie vanuit de gemeenten als onder burgers en instellingen zelf. Ook hebben we nog geen regels voor het gebruik van de regeling (verordening). Dit was tot nu toe financieel niet nodig omdat de kosten relatief stabiel waren, maar vanaf 2024 stijgen de kosten enorm. Er zijn huishoudens die al jarenlang een bijdrage kinderopvang ontvangen en soms ook voor meerdere kinderen voor maximaal 5 dagen per week.
Wij hebben volledige beleidsvrijheid in de uitvoering omdat het geen wettelijke regeling is. In april heeft het college een nieuwe verordening ter vaststelling aan de raad aangeboden.
In de verordening zullen regels komen te staan. Bijvoorbeeld dat er een hulpverlener moet zijn ingeschakeld en er uitzicht moet zijn op herstel via een verbeterplan. Ook willen we een maximale looptijd van één jaar en een vergoeding voor maximaal drie dagen / zes dagdelen per week. Ook is het instellen van een budgetplafond met strengere regels door het college een mogelijkheid.
We betalen € 1,2 miljoen meer btw over de zorgadministratie
Zoals in de vierde kwartaalrapportage 2024 gemeld moeten we btw terugbetalen over de jaren 2019-2024. Het gaat om onterecht gedeclareerde btw over een deel van de kosten van het zorgsysteem Stipter. We zijn met een onderzoek bezig om in beeld te brengen of een deel van de applicatiekosten als algemene voorziening aangemerkt kunnen worden. Hiervan mag de btw wel verrekend worden. Hierdoor zou het tekort nog kleiner kunnen worden. Als we meer weten komen we hierop terug.
We houden € 3,9 miljoen over op taken waarvoor het budget in volgende jaren nodig is
In de totaalrekening en de kwartaalrapportages is dit verder toegelicht. Het gaat hierbij om:
- € 1,9 miljoen voor de hulp aan de gedupeerden van de kinderopvangtoeslag affaire. Dit geld is in 2025 nodig om de hulpverlening die wij bieden te betalen.
- € 1,1 miljoen voor het regionaal werkbedrijf.
- € 0,9 miljoen voor verschillende andere activiteiten zoals hulp aan Oekraïners, het bestedingsplan POK en vertraging bij de sloop van vastgoed.
We hebben € 0,2 miljoen hogere kosten op diverse andere activiteiten
Dit zijn veel verschillende afwijkingen die worden toegelicht in de totaalbegroting
We begroten de regionale Wmo niet goed
Per saldo is dit neutraal maar onderstaand is een bruto toelichting opgenomen
De kosten zijn € 14,8 miljoen hoger dan begroot (nadeel)
Dit komt omdat we de begroting niet goed hebben bijgehouden in de administratie. De uitgaven zijn wel conform besluit in het Bestuurlijk Overleg Sociaal domein. Het gaat om de volgende kosten:
bedragen x € 1 miljoen
activiteit | bedrag |
---|---|
Beschermd wonen | -1,2 |
Maatschappelijke opvang | 2,5 |
Vrouwenopvang | 2,8 |
Regionaal transformatiefonds | 0,4 |
Niet begrote kosten gemeente Zeewolde | 3,2 |
veilig thuis | 1,4 |
Uitbetaling overschot 2023 | 5,8 |
personeelskosten | 0,2 |
overige | -0,3 |
hogere kosten | 14,8 |
In de totaalrekening is een toelichting te vinden op deze kosten.
Tegenover deze hogere kosten staat een evengrote extra inzet van de reserve sociaal domein van 14,8 miljoen.
De storting in de reserve regionale Wmo is € 6 miljoen lager dan begroot (voordeel)
Doordat de begroting niet goed is bijgehouden hielden we in de begroting rekening met een overschot (storting) van 6,3 miljoen. Deze storting heeft niet plaatsgevonden gezien er geen overschot is. Wel hebben we € 0,3 miljoen in de reserve gestort voor de IZA.
De onttrekking uit de reserve regionale Wmo is € 8,8 miljoen hoger dan begroot (voordeel)
Dit is het saldo van de hierboven toegelichte hogere kosten van € 15,1 miljoen en de lagere storting van € 6,3 miljoen.