Almere is een aantrekkelijke stad om in te wonen, werken en verblijven. De openbare ruimte speelt hierin een belangrijke rol. Wij willen de stad zo beheren dat het aansluit op de behoefte van haar gebruikers. Dit doen we door te investeren in de verschillende vormen van onderhoud. Waar mogelijk nemen we hierin ook belangrijke maatschappelijke opgaven mee, zoals klimaatadaptatie, duurzaamheid, biodiversiteit, circulariteit, gezondheid en leefbaarheid.
Dit eerste deel van de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen is bedoeld om een beeld te geven van de staat van onze openbare ruimte. Deze bestaat onder andere uit alle wegen, het groen en de bomen, de speelvoorzieningen, het water, de bruggen en de openbare verlichting. Eerst wordt iets meer gezegd over de vastgestelde beleidskaders die we hanteren en de vastgestelde beheerniveaus. Daarna staan we stil bij de financiële ontwikkelingen op het gebied van beheer en onderhoud. Ten slotte wordt een toelichting gegeven op de staat van de openbare ruimte.
Voor een totaaloverzicht van de lasten en baten per activiteit wordt verwezen naar het programma Openbare ruimte .
Beleidskaders
In 2021 is de Visie openbare ruimte vastgesteld. Deze visie beschrijft de grootste uitdagingen bij het beheer van de stad. Hierbij wordt aangegeven dat we bij het beheer altijd eerst de risico’s beperken. Het bestaande beheerbudget is hard nodig om de stad schoon, heel en veilig te houden. Waar mogelijk kijken we ook of de openbare ruimte duurzamer, leefbaarder, gezonder, groener, blauwer en verkeersveiliger gemaakt kan worden. Begin 2022 is het Strategisch assetmanagementplan met de raad gedeeld, waarin wordt ingegaan op de budgetten die in de toekomst nodig zijn voor instandhouding van de bestaande openbare ruimte.
De Visie openbare ruimte vormt de kapstok voor beleidskaders zoals het Speelbeleid, het Waterplan, het Bomenkader en het Beleidskader grootschalig onderhoud woonwijken en bedrijventerreinen. In deze beleidskaders wordt de overkoepelende visie uitgewerkt voor de verschillende onderdelen van onze openbare ruimte. In 2024 zijn het Beleidskader groen en het Gemeentelijk rioleringsplan vastgesteld en is met de raad gesproken over de evaluatie van het Bomenkader. Ondertussen wordt gewerkt aan nieuwe uitgangspunten voor het beheer van de civiele infrastructuur en wordt het Bomenkader geactualiseerd.
De beleidskaders zijn verder uitgewerkt in beheerplannen op meer uitvoerend niveau. Die worden binnen de kaders van het college uitgewerkt door de beheerorganisatie en meegenomen in diverse onderliggende ambtelijke processen en contractvormen. Al deze documenten vormen samen het Beleidshuis beheer openbare ruimte, dat de basis vormt voor al onze beheeractiviteiten.
Vastgestelde beheerniveaus
De gemeenteraad heeft met de rapportage Bestuursopdracht Beheer (2015) vastgesteld op welk beeldkwaliteitsniveau het onderhoud in de stad wordt uitgevoerd. Met het Strategisch assetmanagementplan van begin 2022 zijn deze beeldkwaliteitsniveaus opnieuw onder de aandacht gebracht. Deze niveaus verschillen per element van de openbare ruimte en per functiegebied. In grote lijnen geldt dat hoofdinfrastructuur en woongebieden gemiddeld op B-niveau (basis) worden onderhouden. Voor bedrijventerreinen en buitengebieden wordt gemiddeld beeldkwaliteitsniveau C (laag) aangehouden. In het kader van de gemeentebrede bezuinigingsopgave in 2024 is het beheerniveau van onderdelen van de openbare ruimte naar beneden bijgesteld. Voor centrumgebieden is besloten om te besparen op het beheerniveau, waardoor het eerder aangehouden A-niveau (hoge kwaliteit) niet langer kan worden gehandhaafd en het gemiddelde beheerniveau tussen A en B-niveau uitkomt. Via het Strategisch assetmanagementplan 2026, op het moment dat de bezuinigingen verder geïmplementeerd zijn, wordt de gehele lijst met beheerkwaliteitsniveaus geactualiseerd.
Financiën
Na jaren van diverse bezuinigingen op het beheer van onze openbare ruimte, is in de Programmabegroting 2024 afgesproken om het budget voor groot onderhoud en vervangingen van de openbare ruimte stapsgewijs te laten groeien. Hiermee is opvolging gegeven aan de aanbevelingen uit het Strategisch assetmanagementplan. Tegenover de stapsgewijze groei van het budget voor groot onderhoud en vervangingen in de komende jaren, staat dat in het kader van de bezuinigingsopgave op specifieke onderdelen is gekozen voor versobering van het onderhoud.
De beoogde groei van het beheerbudget is mogelijk doordat we het geld voor vervangingsinvesteringen voortaan niet in één keer betalen maar gespreid over de hele gebruiksduur. Hoeveel geld de komende 10 jaar nodig is per onderdeel van de openbare ruimte laten we voortaan elke programmabegroting zien in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen. Dit hebben we in de Programmabegroting 2024 en 2025 voor het eerst gedaan.
Begin 2026 bieden we de raad een geactualiseerd Strategisch assetmanagementplan aan, op basis waarvan in de nieuwe raadsperiode besluiten kunnen worden genomen over het financieren van het toekomstig beheer.
Staat van de openbare ruimte
Onderhoudsstaat van het groen
Voor de bomen, parken en bossen in onze openbare ruimte geldt dat we met een inhaalslag bezig zijn om deze op het afgesproken onderhoudsniveau te krijgen. De basis hiervoor vormen gerichte inspecties die we nu structureel uitvoeren. Voor de jaren 2024 tot en met 2028 is dan ook extra onderhoud nodig om de bomen en bossen op het juiste niveau te krijgen. De focus hierbij ligt op het vervangen van grote en kleine boomstructuren met een beperkte levensverwachting. Daarnaast krijgen bomen in een aantal bestaande structuren extra ruimte en betere grond. Met de actualisatie van het bomenkader wordt aandacht gevraagd voor het belang van voldoende groeiruimte bij de aanleg van bomen. Wanneer bomen niet volledig tot wasdom kunnen komen, moeten deze immers vroegtijdig vervangen worden en zijn extra tussentijdse ingrepen nodig om wortelopdruk, het aan de oppervlakte komen van wortels waardoor bijvoorbeeld asfalt of tegels omhoog of opzij gedrukt wordt, te voorkomen en de stad toegankelijk te houden.
Het vervangen van beplanting moet worden opgevangen binnen het grootschalig onderhoud van woonwijken. De komende jaren is echter nog onvoldoende geld beschikbaar om de beplanting in wijken tijdig te vervangen. Tegelijk maken we de beplanting meer (bio)divers, zodat de planten beter toegerust zijn op het veranderende klimaat, minder gevoelig zijn voor ziektes en plagen en een betere leefomgeving vormen voor dieren.
Bij het beheer van groen moet altijd rekening worden gehouden met ziektes en plagen. Vooral de aanpak van invasieve exoten, zoals de Japanse duizendknoop en Hemelbomen, vergt een structurele aanpak waarin op dit moment nog niet is voorzien. Daarnaast kan het laten zakken van de onderhoudsniveaus in het kader van de bezuinigingen gaan betekenen dat mogelijk sneller een vervanging noodzakelijk is. Wat de precieze impact is van de bezuiniging op het dagelijks verzorgend groenbeheer, kan pas worden gezegd als de contracten met onze aannemers zijn aangepast.
Onderhoudsstaat van de speelgelegenheden
Speelplekken bestaan uit verschillende assets: speeltoestellen, een groene inrichting en een vorm van bestrating. Voor het beheer van deze plekken is een integrale aanpak met bijbehorende integrale budgetten nodig. Aan dit laatste ontbreekt het nog, waardoor de aanpak op dit moment volledig uit het speelbeheerbudget betaald moet worden. Dit leidt ertoe dat vaak alleen het hoogstnoodzakelijke onderhoud wordt gedaan en we onvoldoende een inhaalslag maken, zowel in achterstallig onderhoud, als het herinrichten volgens de gebruikswensen en ambities van nu. Hiermee neemt het risico toe dat we alsnog onverwachte werkzaamheden moeten doen om de wettelijke veiligheid te kunnen waarborgen.
De komende jaren wordt stapsgewijs toegewerkt naar een integraal budget voor de speel- en beweegplekken in Almere. Echter zijn de komende jaren veel speelplekken tegelijk aan onderhoud toe. De beperkte ambtelijke capaciteit maakt het noodzakelijk om het onderhoud uit te smeren over een langere tijd, waardoor in de tussentijd extra geld nodig is voor noodreparaties. Een deel van het speelareaal dateert uit de periode 1982 tot 1995 en is daarmee oud, maar nog niet aan het einde van de technische levensduur. Echter is de vraag of deze speeltoestellen nog voldoen aan de gebruikswensen van nu en of er nog gebruik van gemaakt wordt. Hoe hiermee om te gaan, wordt in 2025 verder onderzocht.
Staat van de infrastructuur
Wegen en bruggen zijn relatief dure kapitaalgoederen, waarbij reparaties en vervangingen vaak veel geld kosten. Tegelijkertijd is achterstallig onderhoud niet altijd direct zichtbaar bij deze assets en vaak pas merkbaar op het moment dat de veiligheid in het geding komt. En dan zijn de herstelkosten meteen fors hoger.
De afgelopen jaren lag de focus noodgedwongen te veel op de achterstanden, waardoor onvoldoende in beeld was welk onderhoud nodig was richting de toekomst. Voor de komende jaren is extra geld vrijgemaakt voor planmatig onderhoud van asfalt en bruggen en voor groot onderhoud aan de Gooimeerdijk. Hiermee wordt een begin gemaakt met het stabiliseren van de achterstanden in het asfaltonderhoud en kan de blik langzaam naar voren worden gericht. Voor het daadwerkelijk terugdringen van achterstanden en het daarna structureel goed kunnen beheren van het asfalt is echter veel meer nodig.
Waar het groot onderhoud in de afgelopen jaren van krapte nog wel iets vooruitgeschoven leek te kunnen worden zonder directe veiligheidsconsequenties, zien we dat de komende jaren een grootschalig aanpak wel echt noodzakelijk is. Alleen zo kunnen onveilige situaties en uiteindelijk noodzakelijke afsluiting worden voorkomen. Hoeveel groot onderhoud in de jaren na 2026 nodig is, is op dit moment nog moeilijk in te schatten. In 2024 is, op basis van inspecties door heel de stad, in beeld gebracht wat de staat van de wegen en bruggen is en welke omvang de toekomstige onderhoudsopgave heeft. In 2025 wordt op basis van de actuele data opnieuw doorgerekend hoeveel geld de komende jaren nodig is. Dit wordt betrokken bij het nieuwe Strategisch assetmanagementplan, dat we begin 2026 aan de raad aanbieden.
Staat van de openbare verlichting en de verkeersregelinstallaties
Het beheer van de openbare verlichting en verkeersregelinstallaties is behoorlijk goed op orde. We voldoen aan de vastgestelde beheerkwaliteitsniveaus, het aantal meldingen is relatief laag en de toekomstige beheeropgave is duidelijk in beeld. De groot onderhouds- en vervangingsopgave is goed in beeld en het budget was de afgelopen jaren al hoog genoeg. De voornaamste opgave is het verduurzamen van de verlichting. Stapsgewijs wordt overgegaan op ledverlichting en wordt ervoor gezorgd dat verlichting dynamisch te dimmen is. Hierdoor wordt minder energie gebruikt en een bijdrage geleverd aan het terugdringen van onze CO 2 uitstoot. Daarnaast wordt op sommige plaatsen gekozen voor diervriendelijke verlichting. In het kader van de bezuinigingsopgave is besloten om openbare verlichting minder vaak te herstellen, waardoor lantaarnpalen er in de praktijk meer roest zullen vertonen en langer scheef zullen staan voor ze worden hersteld. We zullen openbare verlichting wel vervangen als het tot onveilige situaties of gevoel van onveiligheid kan leiden.
Staat van het oppervlaktewater in de openbare ruimte
Voor wat betreft het beheer van het oppervlaktewater in Almere zijn er nog veel onzekerheden. Waar we voor andere objectengroepen al (behoorlijk) goed in beeld hebben wat de staat is en welke onderhoudsopgave er ligt, moet het oppervlaktewater eerst goed worden geïnspecteerd. De afgelopen jaren is gefocust op achterstallig baggeren en overdracht van wateren naar het waterschap. Dit is een inspanning die zichzelf terugbetaalt, doordat het waterschap in het vervolg de beheertaken overneemt. Momenteel wordt uitgewerkt hoeveel werkzaamheden, zoals baggeren of repareren van beschoeiing, nodig zijn voor onze kleinere wateren. In de komende vijf jaar gaan we per stadsdeel ondieptes herstellen, zodat de af- en aanvoer van water voorlopig gewaarborgd blijft. Voor het beheer van water gerelateerde objecten zoals steigers, sluizen en stuwen worden in 2024-2026 technische inspecties uitgevoerd. Het latere beheer wordt meegenomen in het nieuwe beheerplan. Voor deze recreatievoorzieningen wordt onderzocht of het onderhoud deels betaald kan worden door bijvoorbeeld de invoering van een vaarvignet. Blauwalgbestrijding en maaien van waterplanten zijn sterk weersafhankelijk, waardoor de kosten jaarlijks kunnen variëren.
Staat van de wijken en bedrijventerreinen
Voor wat betreft het grootschalig onderhoud van woonwijken en bedrijventerreinen staan we voor een flinke uitdaging. Enerzijds geldt dat in de oudste delen van Almere voor het eerst grootschalige vervanging van het vuilwaterriool nodig is. Hier moet de rioolvervanging, de ophoging van de buurt en het bovengronds grootschalig onderhoud worden gecombineerd. Iets wat we nog niet eerder hebben gedaan, wat nieuwe expertise en processen vereist en wat uitgebreide voorbereiding noodzakelijk maakt. Hier komt nog een toenemende noodzaak bij om wijken bestand te maken tegen wateroverlast, droogte en hittestress. En dan staan we ook nog voor een energietransitie en willen we met het grootschalig onderhoud bijdragen aan de leefbaarheid van de stad. Hiermee zijn er steeds meer afhankelijkheden waarmee binnen de beheerprogrammering rekening moet worden gehouden.
Door deze veelheid aan opgaven, de bezuinigingsopgave van de afgelopen jaren en het soms nog ontbreken van benodigde interne en externe expertise zijn we achter op schema geraakt. Als gevolg hiervan krijgen we veel extra meldingen van bewoners, moeten extra kosten worden gemaakt voor tussentijdse reparaties en gaat de staat van bedrijventerreinen en buurten verder achteruit. De komende jaren moet stap voor stap het tempo van het grootschalig onderhoud van woonwijken en bedrijventerreinen worden verhoogd. Volgens de huidige planning gaan we elk jaar 1 of 2 grootschalige onderhoudsprojecten starten om de openbare ruimte in goede staat te houden. Dit kost niet alleen veel geld, maar vereist ook veel personele inzet, zowel binnen de beheerorganisatie als bij onze aannemers.
Tegelijk staan we voor een andere insteek van het tussentijds grootschalig onderhoud. Tot dusver werden Almeerse wijken niet alleen gelijktijdig met de rioolvervanging grootschalig onderhouden, maar ook op een moment ongeveer halverwege de levensduur van het vuilwaterriool. Dit doen we nu bijvoorbeeld in De Regenboogbuurt en in Muziekwijk Zuid. Door het ouder worden van de stad en de veelheid aan grootschalig onderhoudsprojecten die de komende jaren op het programma staan, zal dit in de toekomst waarschijnlijk niet meer in die mate mogelijk zijn. In de voorbereiding van geplande grootschalig onderhoudsprojecten wordt daarom nadrukkelijker gekeken in hoeverre het gericht kan worden uitgevoerd. Doel hiervan is om zo efficiënt mogelijk om te gaan met de beschikbare middelen.