Financiën

Overige vergoedingen en kosten

Rentekosten en rentetoerekening

Om investeringen te kunnen doen lenen wij geld. Wij moeten over deze leningen rente betalen. Dit kunnen leningen zijn die we over een lange tijd afbetalen (meer dan 1 jaar) of leningen die we over een korte tijd afbetalen (binnen 1 jaar). De rente op kortlopende leningen is lager dan bij langlopende leningen. Momenteel krijgen we zelfs geld voor kortlopende leningen (negatieve rente).

De rentekosten rekenen we toe aan de activiteiten waar de kosten van de investeringen staan. Hier staat budget waaruit de rentekosten worden gedekt. Het gaat bijvoorbeeld om de grondexploitatie, onze gebouwen en parkeergarages, het wagenpark, inventaris, maar ook ICT hardware en software.

De rentebaten zijn inkomsten over leningen die wij aan andere partijen geven. Gemeenten mogen in principe geen leningen verstrekken, behalve als dit voor de uitvoering van gemeentelijke taken of voor verbonden partijen die zelf geen geld bij de bank kunnen lenen.
We vergoeden ook rente aan onze reserves waaruit we de kapitaallasten van investeringen betalen. De rente over onze reserves en onze voorzieningen wordt ook wel bespaarde rente genoemd. Omdat we eigen vermogen en voorzieningen hebben hoeven we namelijk minder leningen aan te trekken. De bespaarde rente staat daarom als baat in de begroting.

bedragen x € 1 miljoen

omschrijving

begroot

begroot

realisatie

realisatie

resultaat

lasten

baten

lasten

baten

inkoop

0,1

0,1

0,0

overig

0,0

0,0

rente

18,3

0,7

18,3

1,0

0,3

toegerekende rente

-19,0

3,0

-19,1

3,0

0,1

afschrijving

0,0

0,0

kapitaallastenreserve

3,3

3,3

0,0

totaal

2,6

3,8

2,6

4,0

0,3

Wij hebben in 2024 teveel geld in kas gehad en hebben dit (verplicht) ondergebracht bij het Rijk, dat noemen we 'schatkistbankieren'. Hiervoor hebben wij een vergoeding ontvangen. Deze vergoeding hadden wij niet begroot.

Deze pagina is gebouwd op 06/16/2025 11:36:41 met de export van 06/04/2025 14:43:05